Een stukje geschiedenis van het PCM n.a.v. de feestdag van de H. Benedictus

11 juli staat gekend als de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap, maar in het PCM staat deze dag ook voor de feestdag van Heilige Benedictus van Nursia, de patroonheilige van ons ziekenhuis.

Telkens rond de datum van 11 juli willen we een klein stukje historiek van ons ziekenhuis vertellen.

In dit eerste artikel schetsen we wie Benedictus was, en hoe de Benediktinessen zich in Menen vestigden om een klooster te stichten.  

Benedictus leefde van 480 tot 550. Hij wordt beschouwd als vader van het kloosterleven. Hij is de stichter van de Orde van de Benedictijnen. Hij werd geboren in Nursia (Italië) en was van adellijke afkomst. Hij keerde zich af van de rijkdom en zedeloosheid.

Zijn bekendste werk was ‘Ora et Labora’ (‘Bid en Werk'). Tot dan werkte de geestelijkheid niet. Benedictus vond dat zijn monniken naast studeren en bidden, ook moest werken, net zoals slaven en lijfeigenen. ‘Luiheid is de vijand van de ziel’ schreef Benedictus.

De regel Regel van Benedictus bepaalt een duidelijke indeling van de dag, waarin activiteit en bezinning elkaar afwisselen. Ook vrede is een belangrijke waarde in de orde van de H.Benedictus. 

Tot vandaag insperen velen zich op die levensopvatting. 'Benedictijns leiderschap' staat voor goed luisteren, de juiste maat houden, niet hoogmoedig, wispelturig of grof zijn, maar wijs. Een goed tijdsmanagement en een juist levensritme zijn essentieel. 

Zijn tweelingszus Scholastica, stichtte de Benedictinessen.

Op 21 oktober 1690 komen vier benedictinessen uit Poperinge aan in Menen. Ze willen er een klooster stichten. Zuster Anne De Spear leidt de jonge stichting.

Een nieuwe stichting wordt niet meteen een klooster: zij moet eerst haar levensvatbaarheid bewijzen, materieel zichzelf kunnen dragen en in staat zijn de heilige regel van de orde na te leven.

De zusters worden door het stadbestuur verplicht zich verdienstelijk te maken door het geven van onderwijs en vanaf 1712 komt er nog de opdracht bij ‘zorg te dragen voor zwakzinnige vrouwen’. (Later worden ook mannelijke patiënten opgenomen.)

In 1717 komt de definitieve goedkeuring van de stad en wordt het klooster der zusters Benedictinessen officieel erkend.

Benedictinessen waren slotzusters. Ze waren strikt gehouden aan een ritme van werken en bidden binnen de kloostermuren. Stilzwijgen is een centrale waarde in het klooster. Er werd in het begin door de zusters enkel gepraat tijdens het geven van les of het verzorgen van de patiënten.

Het klooster groeide, o.m. door het harde werk en giften van familie van patiënten, uit tot een welvarende instelling. Ondanks enkele moeilijkere periodes zoals de Franse revolutie, het bewind van Napoleon en de twee wereldoorlogen konden de Benedictinessen zich handhaven.

Om het groeiend aantal patiënten te kunnen huisvesten werd er ook in de loop der jaren veel bijgebouwd

In 1964 verschijnt de ‘Ziekenhuiswet’. Hierdoor moet het klooster aan heel wat nieuwe reglementeringen voldoen om erkend te worden. Zo werden er voor het eerst ‘leken’ (niet-religieuzen) aangenomen om in te staan voor de verpleging.

In 1975 wordt de vzw ‘Psychiatrische Centrum O.L.Vrouw van Vrede’ opgericht, die de uitbating van het ziekenhuis overneemt van het klooster.

In 1980 stoppen de meeste zusters hun activiteit in het ziekenhuis. Zuster Lutgarde Swaenepoel is de laatste en blijft in dienst tot 1983.

‘Priorij Onze Lieve Vrouw van Vrede – Menen 1690-1990’
'300 jaar psychiatrie in Menen'

Your browser is out-of-date!

Update your browser to view this website correctly. Update my browser now

×